Hoe groot is de kans op arbeidsongeschiktheid?
Wist je dat de kans dat je tussen je 18e en 67e komt te overlijden vele malen kleiner is dan de kans dat je arbeidsongeschikt wordt? Hoe dat zit leggen we in dit artikel uit.
Als je samen een huis koopt, sluit je allebei een overlijdensrisicoverzekering af. Want zonder het inkomen van de ander is de hypotheek vaak niet meer op te brengen. Maar de hypotheek is vaak ook niet meer te betalen als je partner nooit meer kan werken door bijvoorbeeld een ziekte of ongeval. Toch hebben veel mensen het gevoel dat zij hier geen verzekering voor hoeven af te sluiten. Daarom leggen we deze twee risico’s vandaag naast elkaar en leggen we de consequenties uit.
Wat zeggen de cijfers?
In Nederland houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek al sinds 1861 exact bij hoe groot de kans is dat iemand komt te overlijden. Ook weten we hoe groot de gemiddelde kans is dat iemand voor zijn 67e (aow-leefijd) komt te overlijden. De afgelopen jaren is dat voor mannen 1,7 procent en voor vrouwen 1 procent. Natuurlijk zijn er groepen voor wie die kans juist groter is of kleiner. Mensen met een gevaarlijk beroep of met iets onder de leden hebben bijvoorbeeld gemiddeld een grotere kans op overlijden dan mensen met een kantoorbaan en een goede gezondheid. Bron
Voor arbeidsongeschiktheid zijn de cijfers een stuk minder gunstig, maar ook een stuk ingewikkelder. Want mensen kunnen tijdelijk of voor altijd arbeidsongeschikt zijn, kunnen helemaal niet werken, of juist wel voor een deel. En er zijn ook nog eens verschillende uitkeringen voor elk van deze situaties, afhankelijk van bijvoorbeeld hoe lang je al werkt. Als je al deze getallen bij elkaar optelt, is er gedurende je werkende leven een kans van 1 op 3 dat je langdurig ziek wordt. Van de mensen die vervolgens een uitkering krijgen, is 40% voor altijd, volledig arbeidsongeschikt. De rest kan nog wel (gedeeltelijk) werken.
Hoeveel geld hou je over bij arbeidsongeschiktheid?
Als je in Nederland ziek bent, heb je de eerste 2 jaar recht op ten minste 70 procent van je loon. Daarna hoeft je werkgever je loon niet meer te betalen en word je ontslagen. Het UWV bekijkt je situatie en beoordeelt dan hoeveel geld je krijgt. Ben je volledig arbeidsongeschikt en kan je nooit meer werken, dan krijg je 75% van je loon. Ben je minder dan 35% arbeidsongeschikt? Dan krijg je niets. Ben je tussen de 35 en 80% arbeidsongeschikt? Dan vult het UWV je loon aan tot 70% van je oude loon. Tenzij je niet werkt, dan krijg je een percentage van het minimumloon, soms maar een paar honderd euro. Maar er is een addertje onder het gras. Want het UWV stelt ieder jaar vast over welk bedrag zij maximaal een uitkering geven. Verdien je meer dan dat bedrag? Dan krijg je daar geen uitkering over.
Voorbeeld 1
Menno is 38 jaar en werkt als manager bij een bank. Zijn maandloon is 6000 euro. Zijn vrouw Suzanne werkt parttime als office manager bij een administratiebureau en verzorgt hun kinderen, ze verdient nu 1800 euro bruto. Ze sluiten samen een hypotheek af van 475.000 euro, die ze 2.000 euro bruto per maand kost. Omdat Suzanne de hypotheek nooit in haar eentje zou kunnen betalen sluiten ze op het leven van Menno een verzekering van 400.000 euro af. Op het leven van Suzanne loopt een verzekering voor 200.000 euro. Na overlijden is de maandlast van Suzanne circa 300 euro en voor Meno circa 1100 euro. De kans dat Menno op z’n 39e overlijdt is 0,00095%.
Voorbeeld 2
Dezelfde Menno en Suzanne willen ook weten hoe hun situatie er bij arbeidsongeschiktheid uit ziet. Het maximum dagloon voor Menno is 4.975,53. Menno krijgt bij volledige arbeidsongeschiktheid daarom niet 75% van 6000 euro (=4500 euro) maar 75% van 4975 euro (=3731 euro). Dat is dus maar 62% van zijn loon. Bij arbeidsongeschiktheid van Menno gaat het gezin van een inkomen van 7800 euro bruto per maand naar 5500 euro. Als Menno deels arbeidsongeschikt zou zijn, zoudat nog minder zijn. De kans om tijdens je werkzame leven langer dan 6 maanden arbeidsongeschikt te worden is ongeveer 35%. De kans om langer dan 5 jaar arbeidsongeschikt te raken is ongeveer 15%.
Is dat genoeg?
Voor de meeste huiseigenaren is 70 tot 75% van het loon niet genoeg om van rond te komen. Zelfs als je terug kan vallen op het inkomen van je partner, ontstaan er vaak toch financiële problemen. Want meer gaan werken is niet altijd een optie en vaak moeten gezinnen extra kosten maken, bijvoorbeeld om het huis aan te passen of voor extra kinderopvang. Het Nibud raadt iedereen aan om vooraf te bekijken waar je snel op kan besparen, als jij of je partner arbeidsongeschikt wordt en om flink te sparen. Maar een gemakkelijker alternatief is de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Die betaalt bijvoorbeeld je hypotheek of vult je inkomen aan als je arbeidsongeschikt wordt. Dat kan al vanaf ongeveer 10 euro per maand, oplopend tot een paar tientjes per maand.
Tijd voor actie!
Toch zijn er veel mensen niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Terwijl de kans op arbeidsongeschiktheid dus ruim 10 tot wel 15.000 keer groter is dan de kans op overlijden! Tijd dus om naar jouw financieel adviseur te stappen en jouw situatie op een rij te laten zetten. Credit Life helpt je daarna graag verder.